Wereld op zich

Toen ik voor het eerst iets schreef, kwam er zoiets van een woordenstroom op het papier dat vooral aan het einde van de zin moest rijmen. Onsamenhangend en op het eerste zicht niets met elkaar te maken. Soms waren het woorden die interessant klonken of er leuk uitzagen in combinatie met andere woorden. Ik schreef honderden van dat soort verzen/gedichten. Alsof die eerste honderden de weg vrij maakte voor betekenisvolle gedichten.

Soms had ik het gevoel alsof ik een laag stof weg blies van mijn eigen creatieve vermogens. De gedichten en verzen begonnen nog meer betekenis te krijgen toen ik schreef in de vorm van therapie en verwerking voor gebeurtenissen die indrukwekkend waren.

In 2008 verlegde ik mijn interesse van gedichten naar verhalen. Het eerste verhaal dat ik schreef besloeg uiteindelijk bijna 1100 pagina’s. Ik was niet te stoppen, de woorden kwamen als een oneindige stroom. In 2010 begon ik met gitaarles. Plotseling opende zich een hele nieuwe wereld. Ik kon gedichten ook muzikaal gaan verwerken tot liedjes. Die uitdaging nam me volledig in beslag. Ik vond er massaal voldoening in.

Over de jaren kwam ik erachter dat de woordenstroom waar ik het eerder over had door sturing nog effectiever en doelgerichter ingezet konden worden om tot een bijzonder resultaat te komen. Ik begon mijzelf te verdiepen in ‘het schrijven’. Door deel te nemen aan schrijfworkshops leerde ik over zinsdelen, woordritme, beeldend schrijven, show don’t tell, creatief schrijven en meer aspecten die het schrijven behelzen.

Vandaag de dag lees ik weleens passages van verhalen die ik jaren geleden schreef en bemerk dat het anders kan. Dat is precies wat ik de afgelopen weken ben gaan doen. Een verhaal herschrijven. Zelfs het vertelperspectief heb ik aangepast. Van het ‘zij’ perspectief ben ik gaan schrijven in het ‘ik’ perspectief. Dit biedt zoveel meer mogelijkheden. Je kunt ermee dieper in het personage kruipen en de lezer nog meer meenemen in de belevingswereld van het hoofdpersonage.

Laat ik het hoofdpersonage van het verhaal voorstellen: Becky van Loef. Ze woont op de bovenste verdieping van een flat en heeft daarmee uitzicht over het centrum van de stad. Hoewel de rook uit de vervuilende pijpen van de staalfabriek haar uitzicht domineert, weet ze dat er meer is. Mensen in haar omgeving benoemen de lelijke staalfabriek en hangen er gelijk een negatieve lading aan. Becky richt zich liever op het complete beeld. De rook is er, maar het is niet het enige dat ze ziet.

Zoals Becky naar buiten kijkt, kijk ik naar het leven. Ik probeer zo veel mogelijk het complete beeld zien. Dit geldt voor mensen, gebeurtenissen, stellingen, onderzoeken en het schrijven van een boek. Als lezer zijnde waag je jezelf aan de letters op de pagina’s die de alinea’s en hoofdstukken vormen. Als schrijver zijnde weet je dat het boek meer is dan alleen de letters op de bladzijden, een kaft en de naam van een auteur. Het is een wereld op zich. Een universum dat de lezer naar eigens inziens kan en mag creëren totdat zijn eigen complete wereld is gevormd.

Tot gauw,

 

Ber Runderkamp

Plaats een reactie