Aftellen

Over drie dagen wordt Het lichtbaken gepubliceerd. Het voelt nog wat onwerkelijk. Het verhaal leeft al zo lang in mijn hoofd en op een beeldscherm, dat het vreemd is om het straks als boek vast te houden. En als ik het boek dan eindelijk in mijn handen heb, stuur ik de personages naar mijn lezers en daarna op een welverdiende vakantie. Ik weet niet of ik ze ooit nog terugzie, maar vergeten doe ik ze nooit.

Moge zij een lichtbaken zijn voor de mensen om hun heen. Moge zij verbinden in plaats van te verdelen.

Tot gauw,

Ber Runderkamp

Advertentie

Boekomslag

Over enkele weken zal mijn boek Het lichtbaken gepubliceerd worden. Ik wil de omslag graag met jullie delen. Zelf ben ik er stiekem best trots op en hoop dat de inhoud velen van jullie kan bekoren. Dat is toch wat de schrijver graag wil: geamuseerde en betrokken lezers. Graag hoor ik wat jullie van de omslag vinden.

Het lichtbaken, medio juni te verkrijgen.

Met hartelijke groeten,

Ber Runderkamp

Sint Christoffel

Sint Christoffel wordt gezien als de patroonheilige van reizigers, alle verkeersdeelnemers, timmerlieden, schilders, pelgrims, fruithandelaren, boekbinders, schatgravers, hakenbusschutters, hoedenmakers, tuinmannen en, daar raakte het mij als schrijver vooral, kinderen. De vraag of er ooit een man/vrouw/wezen bestaan heeft die zich ontfermde over bovenstaande groepen daargelaten, zie ik vooral de symboliek van het begrip ‘patroonheilige’. Maar het idee dat er iemand zou waken over het welzijn van kinderen gaf me een sterk gevoel van veiligheid. Als er één aspect is dat ons allen verbindt, is dat we allemaal kind zijn geweest. En we kennen allemaal het verlangen naar veiligheid en bescherming. Sommigen zullen dat verlangen bewust hebben ervaren, anderen niet direct. Pas op latere leeftijd wordt ons duidelijk op welke momenten we echt behoefte hadden aan extra hulp. Laten we de veiligheid en bescherming niet afhangen van symboliek, maar laten we zelf de patroonheiligen zijn die kinderen zo nodig hebben.

Het lichtbaken gaat voornamelijk over mensen die als kind de veiligheid en bescherming structureel tekort kwamen, waardoor ze als het ware gebrandmerkt door het leven gaan. Met alle gevolgen van dien.

Het lichtbaken

In het vorige bericht schreef ik dat ik mij niet geroepen voelde om iets te zeggen over de wereld waarop we die op dit moment waarnemen. Ik borduurde in dat bericht voort op de kick die het schrijven me geeft. Ik zal niet ontkennen dat ik afgelopen maanden met een dillemma worstelde: De wereld lijkt in brand te staan en ik ben alleen maar bezig met een fictief verhaal en het uitgeven daarvan. Inwendig viel die gedachte maar moeilijk te rijmen met de huidige situatie. Ik heb mijn geweten gesust met de gedachte dat bezig zijn met schrijven mij mentaal gezond houdt. Een ander gevolg van het schrijven en uitgeven is dat wanneer de zichtbare crisis over enkele maanden afzakt(en de onzichtbare crisis begint) er voor geïnteresseerden wel weer een nieuw boek te lezen valt. Waardoor bewustwording mogelijk geprikkeld wordt.
Mijn verhaal is opgepikt door Uitgeverij Palmslag. Ik nodig jullie uit om een kijkje te nemen op hun website https://palmslag.nl/ om te zien welke boeken zij publiceren en in welke auteurs zij hun vertrouwen stellen. Samen zijn we de afgelopen maanden bezig geweest om het verhaal tot boek te vormen. De titel is inmiddels vastgesteld op:

“Het lichtbaken”

De verschijningsdatum naar het er nu naar uit ziet:

medio juni

Uiteraard houd ik jullie op de hoogte van verdere ontwikkelingen. In de tussentijd: blijf gezond.

Met hartelijke groeten,

Ber Runderkamp

De kick van het schrijven

Ik voel me niet geroepen om iets te zeggen over de wereld zoals we die op dit moment waarnemen. Liever concentreer ik mezelf meer op mijn eigen leven. En dat bestaat op dit moment naast mijn werk uit schrijven, bezig zijn in de moestuin en zo veel mogelijk in balans blijven. Het schrijven biedt me zoveel voldoening. En als een verhaal af is ervaar ik een kick. Al weet ik dat het verhaal vaak nog dient te worden herschreven. Dat kan veel werk zijn, maar als het resultaat er beter van wordt, dan is de kick des te groter. Zo ook op dit moment. Ik zweef als het ware boven een dikke laag kleigrond waar mijn voeten vaak in gezogen worden. En dat voelt grandioos. De personages in mijn verhaal zijn levendig, het plot is duidelijk en de koers is gezet. Binnenkort meer nieuws.

Tweede boek

Jullie zullen wel denken, hoezo, tweede boek? Je eerste boek is net uit. Natuurlijk ben ik nog steeds aan het genieten van het hoofdresultaat dat 2017 heeft gebracht; mijn debuutroman ‘Als ik terugkijk’. Dit weerhoud me er echter niet van om al bezig te zijn met de opvolger(nog geen vervolg) van mijn eerste boek.
In de weken na de release kreeg ik vaak te horen of ik een vervolg op het debuut ga schrijven. Dit behoort echt wel tot de mogelijkheden, maar eerst ben ik met een ander project bezig. Het draagt de voorlopige werktitel: St. Christoffellaan. Hieronder deel ik de flaptekst die ik vorige week schreef:

Er is iets vreemds gaande op de St. Christoffellaan. Na de ontvoering van drie jongens, zetten inspecteurs Drove en Lendis alles in het werk om een vierde kidnapping te voorkomen. Het vermoeden dat de dader in dezelfde straat woont, groeit. Alles wijst erop dat de kerk, het koor en de voetbalvereniging de gemene delers zijn. Maar, met een op wraak gezinde neo-nazi, een verbitterde oorlogsheld, een onreine pastor, een uit de gratie geraakte Indiaan en nog vele andere boze en gefrustreerde buurtbewoners in de mix, lijkt het vinden van de dader een taak die alleen aan God is besteed.

Graag hoor ik wat jullie van de flaptekst vinden. Ik ben in ieder geval enthousiast over het verhaal, de personages en vorder al aardig. Op dit moment telt het werkbestand zo’n 140 pagina’s en is het exponentieel groeiende.

Kortom, de schrijfkoorts heeft weer aardig toegeslagen.

 

Tot gauw,

 

Ber Runderkamp

 

Eerste radio-interview

Gisteravond rond zes uur zat ik gespannen te wachten op het telefoontje van Radio Beverwijk. Zoals afgesproken. Ik was me aan het voorbereiden en probeerde mogelijke vragen te verzinnen, die gesteld zouden worden. En ik zocht passages uit ‘Als ik terugkijk’ mocht ik gevraagd worden een stukje voor te lezen, dan wilde ik een passage dat mogelijk kopers/lezers triggerde en geïnteresseerd maakte. Naarmate de klok richting half zeven kroop, werd ik zenuwachtig. Trillende benen, bevende vingers. Het was mijn eerste radio-interview ooit. Ik was al lang blij dat het een telefonisch interview was, ipv een studio interview.

Diep zuchtend keek ik naar mijn telefoon en prompt ging hij af.

Al met al was het een hele fijne ervaring, Eddy, de presentator van het programma was vriendelijk en stelde inhoudelijke vragen over het boek, maar ook over mij als schrijver zijnde. Wie mijn inspiratiebronnen zijn, hoe ik met schrijven ben begonnen en waar het boek over gaat.

Aan het einde van het interview heb ik Eddy beloofd dat ik de redactie een boek zou toesturen, dit vond hij fantastisch.

Om het interview te luisteren, verwijs ik jullie naar mijn facebookpagina. https://www.facebook.com/berrunderkamp/ Ik moest wat creatief zijn met opnemen, omdat ik hier geen geluidsbestandjes kan toevoegen en op facebook ook niet. Daarom heb ik, heel omslachtig, het geluidsfragment maar gefilmd.

Als het aan mij ligt was dit niet mijn laatste radio-interview. Ik heb er een positief gevoel aan overgehouden en hoop dat de boodschap goed overkwam.

 

Tot dusver en tot gauw,

 

Ber Runderkamp

Waar was jij?

Waar was jij in je aanwezigheid
Ver weg maar dichtbij
Als een mist in het donker
Een silhouet in de nacht

Waar was ik in je aanwezigheid
Verdwenen in de vondst
Liefde voor de terende lust
Over bloed van een ander

Waar las ik in je ogen spijt
Achter glazen muren
Murw van het mens zijn
Wars van weerloos gevoel

De steenoven

Terwijl ik op de bank lig te schrijven, houd ik mijn oren gespitst. Geluiden die me van buiten tegemoet komen zijn interessant. Zo is er het starten van de scooter. Het komt van een van mijn onderburen. Pas de laatste paar dagen is het me gaan opvallen dat de scooter zo’n acht keer per dag aangaat en net zo vaak weer uitgezet wordt ook. Ik ken de eigenaar niet. Alleen van gezicht. De man heeft een ronde kop, met een borstelige snor en twee lapjes verdord haar aan de zijkanten en achter zijn oor. Volgens mijn vriendin is hij van Italiaanse afkomst. Deze observatie komt niet door zijn uiterlijk, maar meer door de steenoven die hij in zijn tuin heeft staan.

‘Waar zou hij toch steeds naar toe gaan?’ vroeg ik gisteren gefascineerd aan mijn vriendin.

‘Misschien dealt hij drugs,’ haar ogen werden groot en er verscheen een lach om haar mond.

Dat is natuurlijk nogal een insinuatie.

Normaal gesproken ben ik niet zozeer van het speculeren en oordelen, maar dit vond ik een bijzonder uitgangspunt. Het feit dat de beste man steeds hele korte ritjes met zijn scooter maakt, doet wel menig wenkbrauwen fronsen. Soms blijft hij tien minuten weg. Soms maar drie. Het zou toch goed mogelijk zijn.

Ik als schrijver zijnde ging met het idee van mijn vriendin aan de haal en zag hem al naar stiekeme plekjes rijden. Onder het viaduct, in vieze naar urine stinkende steegjes, in leegstaande gebouwen of verlaten bunkers uit de tweede wereldoorlog.

Ik zou al een perfecte plek hebben voor het bewaren van de voorraad drugs en het geld: De steenoven. Als je toch niet echt van Italiaanse afkomst bent en geld zat hebt, dan kon ik het mezelf veroorloven om een steenoven aan te schaffen en niet te gebruiken voor het oorspronkelijke doeleinde. Niemand die er bij op komt om daar in te gaan zoeken, mits je natuurlijk heel graag pizza eet en wilt zien hoe de oven er van binnen uitziet. Misschien is dat ook wel hoe de Italiaanse maffia hun geld witwast. Handel in steenovens, pizzeria’s of scooters. Met de Piaggio, Vespa en Vespelini, is de Italiaanse scootermarkt goed vertegenwoordigd.

De buurman lijkt aan alle eisen van doorgewinterde maffiosi te voldoen. De scooter, de steenoven en het lucratieve handeltje. Hopelijk raak ik door dit schrijven niet verzeilt in een maffia-oorlog.

Elke keer wanneer mijn buurman nu komt aanrijden, denk ik aan de steenoven, drugsgeld, Italië en pizza. Verdomme, nu een lekker stuk pizza.

 

Tot gauw,

 

 

Ber Runderkamp

Altijd geweten

Ik voel je nog steeds soms
Je kastanjebruine haar
Fel van leer trekkende toon
De stem van je ongelijk
 
Lang niet altijd eerlijk
Maar je bent nog in me
Vaker dan ik zou willen
Vaker dan ik kan dragen
 
Deze droevige toetsen
Weerspiegelen je gemoed
Zonder ‘ons’ in het heden
Hebben we het altijd geweten