Waar was jij?

Waar was jij in je aanwezigheid
Ver weg maar dichtbij
Als een mist in het donker
Een silhouet in de nacht

Waar was ik in je aanwezigheid
Verdwenen in de vondst
Liefde voor de terende lust
Over bloed van een ander

Waar las ik in je ogen spijt
Achter glazen muren
Murw van het mens zijn
Wars van weerloos gevoel

Advertentie

Altijd geweten

Ik voel je nog steeds soms
Je kastanjebruine haar
Fel van leer trekkende toon
De stem van je ongelijk
 
Lang niet altijd eerlijk
Maar je bent nog in me
Vaker dan ik zou willen
Vaker dan ik kan dragen
 
Deze droevige toetsen
Weerspiegelen je gemoed
Zonder ‘ons’ in het heden
Hebben we het altijd geweten

De vervelende kraai

Ze plaste opluchtend tegen de boom maar verloor haar evenwicht.

Schrapend met haar bips langs de zwam dolf ze het onderspit.

Boven neer de wolken een kraai die luid zijn vermakende lied kraste.

Het meisje lief zou nooit meer in het bos plassen.