Ze masseert me, gepaard gaande met pijnscheuten.
‘Is dat gevoelig?’ vraagt ze met een verontschuldigende toon.
Ik knik en zucht.
‘Goed in en uit blijven ademen. Het litteken geneest geweldig. Je spieren en bindweefsels voelen zacht en soepel aan. Je lichaam reageert goed op de behandelingen, vooral als je bedenkt dat de chirurg heeft staan wroeten en snijden met de subtiliteit van een slager.’
Opnieuw knik ik en probeer het bonken van mijn hart te negeren.
‘Goed, trek je kleding maar weer aan. Ik wil je volgende week weer zien. Dan ga ik beginnen aan je schouderblad. Onthoud, jij bent de expert van je lichaam. Jij bent de chauffeur.’
Om het af te leren knik ik nogmaals en wip van de behandeltafel af. Zal ik het zeggen? Ja, ik zeg het gewoon: ‘Dinsdag krijg ik een lumbaalpunctie, ik weet niet hoe ik daaronder vandaan kom. Misschien is het handig om maandagochtend een afspraak te maken.’
Ze kijkt me indringend aan, draait naar me toe en zegt: ‘Het is wel veel hè wat er op je af komt? Hoe ga je daar mee om?’
De vraag overvalt me en ik stamel wat, waarop het eerste wat ik zeg is: ‘Ik heb geen idee.’ Opnieuw zucht ik. ‘Het is veel ja. Als het maar in dienst staat van mijn zoektocht naar een diagnose.’
‘Zorg ervoor dat je niet doordraaft in je zoektocht. Voor je het weet blijft er niets meer van je lichaam over en mag je de rest van je leven doorbrengen met de erfenis van je zoektocht. Vergeet niet te leven.’
Haar advies slaat in als een bom en ik word stil. Het besef van haar woorden sijpelt door mijn cellen en in de waas van de uitwerking ervan neem ik afscheid en loop naar huis. Ze is niet zomaar fysiotherapeut, ze is meer dan dat denk ik. Wat is ze dan wel?
Een expert van haar eigen lichaam en haar ervaringen.