Koffie en aspirine

De koffiemachine vulde de keuken met de chemische geur van aspirine. De associatie deed mijn tong bitter uitslaan. Telkens wanneer ik aspirine nam, rook ik gebrande bonen.

‘Het is beter als u een tijdje even geen koffie meer drinkt,’ zei mijn arts laatst. Ze balde haar vuist en klopte op het overvolle bureau om haar stelling kracht bij te zetten.

Ik was nog niet overtuigd en vroeg haar voor hoe lang dan.

‘Voor zolang het nodig blijkt,’ was haar politieke antwoord. Alsof ze zich dan niet kon branden aan loze beloften over het verloop van de klachten die ik aan haar had gepresenteerd.

‘Maar ik schrijf altijd onder het genot van een stomende mok koffie. Daar leef ik op. Dat is olie voor mijn motor,’ ik knikte om mijn verhaal bijval te geven. ‘Oké, dan laat ik die wel staan. En mijn ochtendkoffie?’ vroeg ik enigszins verbijsterd over de blik in haar ogen waarmee ze mij adresseerde.

Ze meende het echt.

‘Dat is toch ook koffie? Als ik zeg dat u koffie beter kunt laten staan, dan bedoel ik alle koffie. Ook de decaf, cappuccino en alle latte/frappuccino en verkeerde koffie afgeleiden,’ er klonk irritatie door in haar opsomming.

Ze leek me opeens meer een koffie-expert dan arts. Toch begon ik niet meer over het bittere goedje dat mijn slapende hoofd wakker maakt op onchristelijke tijden.

Een paar weken later werd ik rond twee uur ’s nachts wakker. De geur van gebrande koffiebonen dreef door mijn kamer. Dit was onmogelijk want ik had al weken geen koffie meer gedronken. De bonen had ik in de ban gedaan door ze in een kluis te stoppen en de code door mijn moeder in te laten stellen. De avond ervoor had ik twee aspirine genomen op advies van dezelfde arts. Misschien kwam daar de associatie met koffie wel vandaan. Immers zijn de twee allebei bitter van smaak, hebben ze invloed op je gemoed en lossen ze allebei nooit helemaal op in water.

De volgende ochtend nam ik opnieuw twee aspirine en verbaasde me over de geur van gebrande bonen.

Toen ik twee weken later mijn eerste kopje koffie dronk prikkelde de chemische bitterheid mijn neus. Ik had het gevoel te dromen. Op bezoek bij de arts vertelde ik mijn opzienbarende waarneming.

‘Heb je normale aspirine geslikt?’ vroeg ze glimlachend.

‘Hoezo, er bestaat toch maar een soort?’

‘Tegenwoordig heb je ze ook met koffiesmaak. Maar wees gerust, dat valt niet onder koffie. Ik ben trots op je,’ ze stond op en hield de deur open. ‘Nu wil ik dat u drie weken geen koffie drinkt en geen aspirine slikt.

Ik keek haar verbaasd aan en volgde onwillig haar wenkende handen naar de uitgang. Zodra ik buiten stond kreeg ik een onuitstaanbaar verlangen naar aspirine en de geur van gebrande koffiebonen.

 

Tot gauw,

 

Ber Runderkamp

 

 

 

 

10 gedachtes over “Koffie en aspirine

Geef een reactie op Gerda Reactie annuleren